Voeding

De voeding van een dwergpoedel

Iedere eigenaar van een dwergpoedel wenst het beste voedsel voor zijn dwergpoedel en een gezonde gevarieerde voeding is natuurlijk essentieel.

De grote vraag is natuurlijk welke voeding het beste en het gezondste is. 

Hieronder bespreken we kort de verschillende soorten voeding voor dwergpoedels. Deze verschillende soorten voeding kunnen eventueel ook gecombineerd worden met elkaar.

Alle soorten hondenvoeding die in België verhandeld worden zijn gecontroleerd en zijn dus "gezond" voor uw dwergpoedel doch hoe goedkoper men gaat voederen, hoe meer kans men zal hebben op gezondsheidsklachten door de eenzijdigheid van het voedsel en door het gebrek aan bepaalde supplementen. 

Hondenbrokken - Dwergpoedel.be

Droogvoer

Droogvoer is ontstaan rond 1930 en werd in die periode vooral door dierenartsen verdeeld omdat "hun brokken" alle essentiële voedingsstoffen hadden. Al snel groeide er een industrie rond hondenbrokken en heden kan men ze in alle winkels vinden waar hondenvoeding te verkrijgen is. Het is erg makkelijk om te voeren, en als je een heel goedkope voeding wenst voor uw dwergpoedel dan kom je ook bij bepaalde brokken uit. er bestaan geperste, geëxtrudeerde en geëxpandeerde droge voeding. Tevens zijn er grote verschillen in de kwaliteit van het droogvoer, waarbij de goedkoopste merken ook vaker gezondheidsklachten veroorzaken dan brokken van betere kwaliteit.

Natvoer - dwergpoedel.be

Natvoer

Natvoer kennen we van de vlootjes, zakjes en blikjes; het is de voeding waar het vocht nog inzit en waarbij door verhitting (sterilisatie) alle bacteriën gedood worden. Doordat het daarna luchtdicht verpakt wordt, is het houdbaar zonder conserveringsmiddelen. Een nadeel vergeleken met rauwe vleesvoeding is dat de voeding is verhit, waardoor de eiwitten zijn veranderd en er voedingsstoffen verloren zijn gegaan. Deze worden in kunstmatige vorm weer toegevoegd. Natvoer is er ook in vele prijzen en kwaliteiten.


Rauwe voeding

De meest gezonde voeding voor de dwergpoedels is rauwe voeding, dit past het beste bij het verteringsstelsel van de dwergpoedel en geeft het kleinste risico op gezondheidsklachten. Veel dwergpoedels met gezondheidsklachten, voelen zich beter als ze overgaan op rauwe voeding.

    Hoeveelheid rauwe voeding voor uw dwergpoedel:

KVV - Dwergpoedel.be

Kant-en-klaar Vers Vlees (KVV)

Dit is de gemakkelijkste manier van rauw voeren omdat het risico op problemen kleiner is dan het zelf samenstellen van rauwe voeding.

Zorg wel dat uw dwergpoedel voldoende variatie krijgt om eventuele tekorten te voorkomen.

KVV kan je vinden in worsten of bakjes in de koel- of vriesafdeling van heel wat supermarkten en dierenspeciaalzaken. 

Rauwe voeding - Dwergpoedel.be

Natuurlijke Rauwe Voeding (NRV)

De term NRV staat voor de afkorting Natuurlijk Rauw Voeren of Natuurlijke Rauwe Voeding, en is ontwikkeld door Tom Lonsdale, 

NRV staat voor zo groot mogelijke stukken vlees of delen van een prooidier zonder toevoegingen waarmee u zelf de maaltijd van uw dwergpoedel kunt samenstellen. Bij strikte aanhangers van deze methode worden geen groenten e.d. toegevoegd.

Rauwe voeding - Dwergpoedel.be

Bones And Raw Food (BARF)

De term BARF is een afkorting die staat voor “Biologically Appropriate Raw Food” of  “Bones And Raw Food”. 

Bij BARF worden vlees, organen en botten (nooit de dragende botten) in zijn geheel gegeven. Ook hele prooidieren met huid en haar worden gegeven. Dit wordt vaak aangevuld met gepureerde rauwe groenten, fruit, oliën en kruiden.

Voeren van vleesbotten aan dwergpoedels

Vleesbotten zijn bot met vlees eromheen en zijn voornamelijk belangrijk voor het calciumgehalte, maar bot bevat ook andere mineralen, essentiële aminozuren, essentiële vetzuren en vitamine A, D en E.

Niet alle vleesbotten zijn geschikt om te voeren en beginnende en kleine barfers kun je beter niet te harde vleesbotten geven.

 

Geef nooit meer dan 50% vleesbot en bij te harde ontlasting zal men dit percentage nog wat moeten verminderen. Aanvullend geeft men dan rauw (spier)vlees zonder bot en eventueel 15% organen (vb. hart, lever of pens).


Lijst van vleesbotten dewelke u mag geven aan uw dwergpoedel:


Niet geschikt voor dwergpoedels:

Opgelet:

Dwergpoedelvragen aangaande voeding:

Waarom heb ik als pup last van diarree zodra ik thuis kom van bij de fokker terwijl ik dezelfde voeding krijg?

Naast stress en wijziging van voeding is er nog één zaak die kan zorgen voor darmklachten bij pupjes: WATER

Ander water kan dus ook zorgen voor diarree want meestal worden de pupjes de eerste 8 weken grootgebracht met (kraantjes)water dewelke de fokker geeft en indien ze dan naar hun nieuwe huis gaan krijgen ze ander water.

Dit nieuwe water kan meer kalk, ijzer, ... bevatten en de darmen van het jonge dwergpoedeltje moeten daar aan wennen.

We raden goede fokkers van dwergpoedels dan ook aan om flessenwater te geven zodat toekomstige baasjes hetzelfde water kunnen aanbieden aan hun pupje. Gaandeweg kunnen de baasjes dan overstappen naar hun eigen voorkeur van (kraantjes)water.

Jullie zitten aan tafel en eten allerlei lekkere dingen. Waarom moet ik hondenbrokken eten en zijn deze wel goed voor mij?

Vroeger aten honden wat de pot schafte. Ze kregen etensresten van tafel maar ook botten, pens en ander orgaanvlees. Van tafel mee eten gaf veel variatie maar de voedingswaarde  was niet altijd compleet te noemen. Hierdoor werden er honden ziek omdat ze geen goede complete voeding kregen. Rond 1930 begon men te experimenteren met een samengestelde voeding voor honden: de hondenbrok!

Dierenartsen en dierenwinkels leerden al snel dat hondenbrokken een goed alternatief waren om tekorten in voeding te voorkomen. De fabrikanten zagen in dat dit een zeer winstgevende business kon zijn. Hondenliefhebbers lieten zich dan weer verleiden door de mooie reclames van de fabrikanten en door het gebruiksgemak van zo’n kant-en-klare hondenbrok.

Qua voedingswaarde scoren de meeste brokken relatief goed maar bij de meeste (commerciële) brokken betaald men meestal veel geld voor het weinige “vlees” wat er in de brokken te vinden is. Men mag niet vergeten dat een hond een carnivoor is, wat inhoudt dat zijn hele lichaam gebouwd is om vlees te eten.

Fabrikanten van hondenbrokken worden gecontroleerd en zodoende kan men stellen dat de samenstelling van de brokken veilig is. Tevens doen fabrikanten er alles aan om hun brokken te verkopen en dus zorgen ze dat de eigenaars (en hun honden) tevreden zijn over hun brokken.

Per definitie hoeft een hondenbrok dus niet slecht te zijn maar je moet wel zorgen dat je de juiste brok (voor uw hond) eruit kiest.

Best zorgt men ook voor wat variatie want zelf eet je toch ook niet dag in dag dezelfde voeding. Fabrikanten spelen daarop in door verschillende variaties aan te bieden binnen hun merk.

 Elke dag hetzelfde voedsel, is dat wel goed voor mij?

Mits een voeding uitstekend is samengesteld en uitgebalanceerd, bestaat er geen bezwaar tegen dat je dwergpoedel het gedurende haar hele leven eet.

Dit veronderstelt wel een groot vertrouwen in de vaardigheid der voedselbereiders om ervoor te zorgen dat iedere vitamine, elk sporenmineraal, alle essentiële vetzuren en aminozuren aanwezig zijn in de correcte hoeveelheden, dus variatie in het dieet doet zeker geen kwaad en waarschijnlijk zelfs goed.

Dwergpoedels worden vaak echte gewoontedieren. Ze stellen routine op prijs, waaronder soms de wetenschap dat ze een bepaald voedsel iedere dag op een bepaald uur krijgen. De frequentie is belangrijk.

Anatomisch gezien is een dwergpoedel (net als andere honden) erop gebouwd om zich een- of tweemaal per week volledig vol te proppen en dan de aldus opgebouwde reserves te verbruiken.

Als ze de kans krijgen vinden ze het prettiger om vaker te eten, minstens een- of tweemaal per dag. Deze frequentie wordt vroeg in het leven bepaald, en later kan ze wel zonder problemen worden verhoogd, maar de hond vindt het heel onaangenaam als ze wordt verminderd.

Uit standpunt van voedingswaarde is het aantal maaltijden per dag onbelangrijk; slechts het aantal dagelijkse calorieën is van belang.

Het veranderen van merk of de overgang van de ene naar de andere soort zoals droog, halfdroog of blikvoer, is voor sommige dwergpoedels heel opwindend terwijl andere er juist diarree van krijgen.

Een alternatief is het handhaven van wat de dwergpoedel lekker vindt, en daar vitaminen en mineraalsupplementen aan toe te voegen. Deze zijn waarschijnlijk overbodig maar in de vorm van snoepjes smaken ze lekker, kunnen worden gebruikt als beloning bij de training, vullen wellicht een onbekend gat in de voedselvoorziening op en doen, wanneer ze tenminste in de aanbevolen hoeveelheden worden verstrekt, geen kwaad.

Mijn baasje geeft mij rauwe voeding. Zal ik nu wormen krijgen?

Vroeger kregen mensen geregeld last van een wormbesmetting door het eten van rauwe voeding. Al snel leggen de mensen dan ook de link van rauw vlees bij honden naar eventuele mogelijke wormbesmettingen.

Wormen (door rauw vlees) kan je enkel krijgen als het vlees besmet is door wormeneitjes.Tegenwoordig komt het zelden nog voor dat er in een vleesverwerkend bedrijf wormeneitjes in de voeding terechtkomen. De meeste vleesbedrijven worden streng gecontroleerd, en wanneer de bedrijven zich netjes aan alle hygiëneregels houden, is de kans op een dergelijke besmetting via vlees nihil.

Ook de rauwe voeding voor honden wordt streng gecontroleerd en een besmetting kan dus enkel gebeuren wanneer een hond bijvoorbeeld een doodgereden konijn langs de weg zou opeten.

Tevens is het ook zo dat de zuurtegraad van de maag, bij een hond die rauwe voeding krijgt, heel laag is (pH1-2) zodat eventuele wormeitje niet kunnen overleven in de zure maaginhoud.

Mijn baasje geeft mij vaak rauw vlees. Zal ik daar agressief van worden? 

Veel mensen denken dat als een hond bloed heeft geproefd (door het eten van rauw vlees), de hond plotseling agressief zal worden en zal bijten om terug bloed te kunnen eten.

Dit is helemaal niet zo. Een dwergpoedel kan ook dan nog perfect het onderscheid maken tussen mensen, levende dieren en het eten in zijn voederbak.

Wel kan het gebeuren dat de dwergpoedel zijn voederbak fanatieker zal verdedigen omdat hij vers vlees waardevoller kan vinden dan bijvoorbeeld zijn brokken.

Zal ik wormen krijgen van rauwe voeding?

Vroeger kwam een wormbesmetting door rauw vlees bij mensen regelmatig voor. Deze volkswijsheid (je krijgt wormen van rauw vlees) is erg ingeburgerd. De enige manier waarop je wormen kunt krijgen door het eten van rauw vlees, is wanneer het vlees besmet is met wormeneitjes. Tegenwoordig komt het zelden tot nooit meer voor dat er in een vleesverwerkend bedrijf wormeneitjes in de voeding terechtkomen. De meeste vleesbedrijven worden streng gecontroleerd, en wanneer de bedrijven zich netjes aan alle hygiëneregels houden, is de kans op een dergelijke besmetting via vlees nihil. Wanneer je dus voor jouw dwergpoedel producten koopt die verwerkt zijn door een goede vleesverwerker, hoef je je geen zorgen te maken over een wormbesmetting.

Tevens is het zo dat het maagzuur van dwergpoedels die rauw vlees eten sterker (zuurder) is waardoor wormen (en wormeitjes) geen kans krijgen om te overleven.

Ik ben gek op konijnenkeutels, paardevijgen en mijn eigen drollen. Is dit normaal?

Dit is allemaal doodgewoon hondengedrag.

Dwergpoedels kunnen dus een natuurlijke, zelfs gezonde belangstelling voor ontlasting hebben, maar mensen vinden deze interesse nogal onsmakelijk.

In tegenstelling tot katten, die hun voedsel zo vers mogelijk willen hebben, eten honden graag aas. Smaak is belangrijk voor een hond maar niet zo belangrijk als voor de mens. Honden hebben minder smaakpapillen; ze registreren geen fijne gradaties van zoet, zuur, bitter en zout, maar waarschijnlijk alleen maar algemene reacties Zoals prettig, neutraal en onprettig. De geur en de manier waarop voedsel aanvoelt zijn belangrijker dan de smaakᅠ?ᅠen poep ruikt en voelt heerlijk.

Mest, in het bijzonder die van planteneters, is voedzaam voor een hond. Het bevat vaak voedingsstoffen en enzymen die de stofwisseling van de hond ten goede komen.

Puppy’s, vooral snelgroeiende, eten waarschijnlijk voor het eerst poep bij wijze van experiment Het vinden en het proeven ervan is plezierig. Als de handeling wordt beloond, en dat kan komen doordat de pup de poep lekker vindt of doordat hij er een boel menselijke aandacht mee trekt, wordt het oorspronkelijke experiment al gauw een gewoonte. Soms eten honden ontlasting omdat ze een tekort aan spijsverteringsenzymen hebben.

Wanneer dit het geval is moeten hun mensen het hondendieet aanvullen met hetzij enzympreparaten, hetzij enzymen bevattende voedselsoorten zoals ananas, pompoen, mergpompoen of papaya.

Soms laat ik zo’n smerige winden dat ik er zelf de kamer door wordt uitgejaagd. Hoe kan ik dit verhinderen? 

Darmgas wordt geproduceerd door bacteriën, en het aantal gas-vormende bacteriën is afhankelijk van het gegeten voedsel.

Verandering van dieet is het verstandigste wat een dwergpeodel onder bedoelde omstandigheden kan doen om sociaal wat meer aanvaardbaar te worden.

Winderigheid wordt vaak in verband gebracht met bepaalde groenten zoals bonen en erwten, maar er zijn nog veel meer voedselsoorten die bacteriegroei in het maagdarmkanaal van de dwergpoedel bevorderen. In feite kan niet eens precies worden vastgesteld wat nu wel en wat nu niet tot winderigheid bij dwergpoedels leidt.

 Theoretisch is vezelrijk voedsel een boosdoener, en voedsel met een hoog eiwitgehalte niet. In de praktijk echter veranderen sommige sterk eiwithoudende maaltijden van puur vlees de dwergpoedel in een ware gasfabriek, terwijl een vezelrijke hap van lage kwaliteit dat soms helemaal niet doet.

Antibiotica leiden soms tot euvelriekende winden omdat ze het inwendige bacterie-evenwicht verstoren. Als dit gebeurt kan het eten van yoghurt met ‘goede’ bacteriën het probleem oplossen.

In andere omstandigheden moet de dwergpoedel zijn eetgewoonten veranderen door verschillende voedselcombinaties uit te proberen, elk gedurende een paar weken, om erachter te komen welke combinaties de fraaiste drollen met het minste gas produceren. Als een dwergpoedel erg gesteld is op zijn bestaande dieet en niet wil veranderen, kunnen yoghurt of andere speciale bacteriën bevattende voedsel-supplementen aan zijn maaltijd worden toegevoegd om de spijsvertering te verbeteren, en ervoor te zorgen dat de dwergpoedel zich weer zonder schaamte in alle kringen kan vertonen.


Soms slok ik mijn voer zo snel naar binnen dat het weg is voor ik het weet. Is dat ongezond? 

Mensen vinden het onbeleefd om je eten naar binnen te schrokken, maar in de context van de groepsmentaliteit is het een volkomen normale, aanvaardbare en verstandige manier om te eten.

Datzelfde geldt voor het terstond na de maaltijd uitbraken van het voedsel om het vervolgens opnieuw op te eten.

Een deel van het gedragspatroon dat honden meebrachten van het bos naar de open haard is concurrerend eten. ‘Ik wil hebben wat jij hebt’ is daar een uiting van, en je voedsel naar binnen schrokken zonder zichtbaar kauwen of proeven is een andere.

Met grote brokken tegelijk leegt een dwergpoedel zijn bak binnen seconden, en kijkt vervolgens klaaglijk op als om te vragen waar het is gebleven. Mensen vinden dit geschift gedrag voor een dwergpoedel die nog nooit met een andere hond heeft hoeven wedijveren voor zijn voer. Ze vergeten dat wat de dwergpoedel betreft mensen gewoon andere, grote, haarloze honden zijn. Hij heeft de drang om ook met hen te wedijveren, zelfs als ze nooit neerknielen op de vloer om hem het recht op de inhoud van zijn bak te betwisten.

Snel eten wordt soms gevolgd door braken, hetgeen eveneens normaal hondengedrag is, in het bijzonder bij teefjes die vaak voedsel opbraken om hun opgroeiende pups te eten te geven.

Sommige dwergpoedels eten gras, niet als salade maar omdat het helpt voedsel op te braken. Ze doen dit als ze last van hun maag hebben, of om een te grote vracht kwijt te raken. 

Soms krijg ik de neiging om net als een koe te grazen. Ben ik dan plots een vegetariër?

Hoewel dwergpoedels carnivoren zijn die van vlees houden zijn ze niet, zoals katten, volledig afhankelijk van vlees om te overleven.

Grazen is normaal, zelfs gunstig voor een dwergpoedel.

Gras voegt vezels toe aan het dieet. Dit geeft de inhoud van de darmen meer volume en bevordert de doorvoer naar het achterste einde van het darmkanaal.

Net als bij mensen kunnen vezels in het voedsel uit medisch oogpunt gezond zijn, door het reduceren van de kans op ingewandskanker.

Veel dwergpoedels eten niet zomaar gras, maar zoeken naar speciale grassoorten of kruiden. Deze herbivore dwergpoedels geven de voorkeur aan sappig, met dauw bedekt voorjaarsgras boven droge oudere soorten. Vergelijk het maar met een bak verse salade, en de dauw met vinaigrette.

Later in het jaar willen sommige dwergpoedels nog wel eens verschillende soorten bessen eten, in het bijzonder bramen. Dit is geen toevallig gedrag, maar een weloverwogen keuze.

Omdat ze in hun eigen lichaam essentiële vetzuren en aminozuren kunnen aanmaken, zijn honden in tegenstelling tot katten in staat tot overleven op een puur vegetarisch dieet- maar dat is niet waarvoor ze zijn ‘ontworpen’. Plantaardige vetten en eiwitten kunnen noodzakelijke bouwstenen vormen, maar het is moeilijker om een goede balans aan voedings- en andere stoffen uit uitsluitend planten te halen dan uit een combinatie van plantaardig en dierlijk voedsel. Honden (en dus ook dwergpoedels) zijn in werkelijkheid omnivoren. Ze zijn bereid alles te proberen, en kunnen op z’n tijd een lichte vegetarische maaltijd zeer op prijs stellen.

 Ik heb geen honger maar ik schuim toch de straten af naar voedsel. Waarom doe ik dit?

Straatschuimen is leuk. Het is echt hondewerk. Het is opwindend en belonend.

Een dwergpoedel kan zijn zintuigen gebruiken op de manier waarvoor ze zijn bedoeld: snuffelen, onderzoeken en consumeren.

Zoals rijke zakenlui transacties afsluiten niet omdat ze nog meer geld nodig hebben maar omdat ze het leuk vinden, geven honden zich over aan straatschuimen niet omdat ze meer voedsel nodig hebben maar omdat ze er een kick van krijgen. Dit is waarom zelfs weldoorvoede dwergpoedels het doen.

Verveling is een vast onderdeel van de drang tot straatschuimen. Werkhonden zoals politie-, reddings- of geleidehonden, moeten hun aandacht bij andere zaken houden, en zijn minder geneigd tot straatschuimen en vuilnisbakken plunderen dan dwergpoedels wier verdere activiteiten hoofdzakelijk bestaan uit het feilloos imiteren van een kussen op de sofa.

Voor de meeste dwergpoedels is het dagelijks bezoek aan een park of ander recreatieoord het hoogtepunt van de dag, de enige gelegenheid waarbij alle zintuigen worden gebruikt om te onderzoeken wie eerder op die plaats is geweest en welk voedsel er zou kunnen worden aangetroffen.

Bij het ontbreken van voldoende lichaamsbeweging worden voedsel en gevoederd worden soms de belangrijkste zaken in het leven. In plaats van te leven voor beweging leven sommige dwergpoedels om te eten, en het vinden van voedsel wordt de enige reden van hun bestaan. Als dit plaatsvindt wordt straatschuimen uitgetild boven de zelfbelonende activiteit die het van nature al is: het wordt een levensvervulling.

Waarom wil ik niet delen en neem het liefst het eten van een ander?

Jaloezie is een natuurlijk onderdeel van hondegedrag, en jaloezie met betrekking tot voedsel is een van de meest algemene manifestaties.

Zelfs als een dwergpoedel het grootste, prachtigste, sappigste, vlezigste en lekkerste bot heeft dat op de wereld bestaat, dan nog zal hij geneigd zijn een miezerig kippenpootje waarmee een andere hond rondloopt eveneens te begeren.

Deze houding is een integraal onderdeel van groepsgedrag.

In de groep houdt degene die deelt minder over, maar als je neemt heb je meer, waardoor je lichamelijk sterker wordt en opschuift in de naar leiderschap voerende pikorde.

Dwergpoedels tonen hun autoriteit op dezelfde manier: de nemers zijn dominanter dan de delers.

Dwergpoedels hebben nog een andere reden voor dominant gedrag. Zij denken dat mensen ook honden zijn en mensenvoedsel ruikt en smaakt heel wat beter dan wat de dwergpoedel in zijn eigen bakje vindt.

Dus als de familie plaatsneemt voor de maaltijd, heeft de dwergpoedel twee goede redenen om datgene wat zijn mensen eten te prefereren boven wat hij zelf krijgt.

De eenvoudige en effectieve methode die mensen moeten toepassen om van dit probleem af te komen is de dwergpoedel nimmer iets van tafel te geven, en hem pas te voeden als ze zelf klaar zijn met eten. Als hij de mensen als eersten ziet eten begrijpt hij dat dit onaantastbare groepleiders zijn want die eten immers het eerst.

Dit zal zijn dominantie verminderen, evenals zijn natuurlijke drang om datgene te begeren wat de mensen hebben. Zijn wens om te bezitten wat een andere hond heeft zal er niet door verminderen, dus als twee dwergpoedels elk een bot krijgen dienen ze om conflicten te voorkomen hun maaltijd in verschillende vertrekken te nuttigen.

Waarom heb ik toch die sterke aandrang om botten te begraven?

Botten begraven is een overblijfsel uit de prehistorie van de hond, toen hij voedsel moest opslaan voor tijden van honger.

Alle honden hebben de aanleg tot het begraven van botten, maar er zijn er niet veel die hun ambitie ook waar kunnen maken.

Veel dwergpoedels zien botten alleen op de etensborden van hun mensen. Zelf krijgen ze die nooit vanwege de (vaak overdreven) angst voor problemen die het eten van botten zou kunnen veroorzaken. Ingeslikte botten kunnen constipatie teweegbrengen, of zelfs een complete blokkering van het maagdarmkanaal die slechts operatief kan worden opgeheven.

Dwergpoedels die nooit een bot zien hebben dezelfde aandrang als andere dwergpoedels, dus begraven zij snoepjes, kauwspeelgoed en koekjes. Wanneer er geen tuin ter beschikking is, trachten deze misdeelde dwergpoedels hun voorwerpen te begraven in tapijten, bij voorkeur in een hoekje, en proberen gefrustreerd het ‘begraven’ object te verbergen door met de neus tegen het tapijt te duwen.

Dwergpoedels met tuinen begraven voorwerpen eerder symbolisch dan met een praktisch doel, want meestal vergeten ze waar ze liggen en graven ze nooit meer op.

Ik ben een kieskeurige eter, en eet soms dagenlang niet. Is dit anorexia en is het gevaarlijk?

Ja, dit is een vorm van anorexia en nee, het is niet gevaarlijk.

Honden hebben een grote voorraadmaag en verhoudingsgewijs korte darmen.

Natuurlijke selectie heeft de grotere hondenrassen voorzien van een zeer algemene smaak als het op voedsel aankomt. Ze proberen alles en eten er veel van, waardoor de maag zo vol mogelijk blijft; dit is heel gunstig voor een hond die als pup snel moet groeien en die als volwassene veel calorieën moet consumeren om aan zijn gewicht te blijven.

In het overleven van de sterksten maken de minst kieskeurige honden de beste kansen. Deze vorm van natuurlijke selectie is nooit van toepassing geweest op de kleine hondenrassen. Kleine rassen zijn het gevolg van menselijk ingrijpen bij het fokken, waarbij mensen zwakkelingen en genetische mislukkelingen hielpen te overleven. In plaats van jong te sterven of het af te leggen tegen grotere honden bij de strijd om het paren, ontwikkelden deze honden zich zonder de evolutionair-natuurlijke noodzaak om alles te eten wat maar voor de mond komt. Het resultaat is dat kieskeurigheid of anorexia nauwelijks voorkomt bij grote rassen als Duitse herders en labradors, maar vrij algemeen is bij kleinere rassen als dwergpoedels, Yorkshire terriërs en chihuahua’s.

 Anorexia treedt bij honden uit grote nesten verhoudingsgewijs minder vaak op. Als pups leerden ze al gauw dat wie niet at wat er te eten viel honger moest lijden. Dit is de reden waarom sommige mensen op handen en knieën gaan zitten, en net doen of ze de hondenbak leeg eten in een poging om de dwergpoedel zelf aan het eten te brengen.

Anorexia is niet zo gevaarlijk voor dwergpoedels als het is voor mensen, want verborgen onder de kieskeurigheid van kleine honden ligt het maagdarmkanaal van een wolfachtige en het gezonde verstand van een wolf dat hem vertelt dat voedsel noodzakelijk is om te overleven. Qua metabolisme kunnen dwergpoedels veel langer zonder voedsel dan mensen, voordat nieren of andere organen schade oplopen. Vanwege de anatomie van hun maag-darmkanaal vinden dwergpoedels het veel minder moeilijk dan mensen om een paar dagen niet te eten, maar zodra ze eenmaal echt hongerig worden eten ze alles wat ze kunnen krijgen.

 Ik heb mijn goede en mijn slechte dagen. Houdt mijn dieet verband met die wisselingen in mijn stemmingen gedrag?

Er is geen absoluut bewijs dat dieet verband houdt met de stemming van dwergpoedels, maar er zijn wel (overigens tegenstrijdige) aanwijzingen dat datgene wat een dwergpoedel eet verband kan houden met zijn gedrag.

Sommige mensen zijn van mening dat bepaalde aminozuren, de bouwstenen van eiwitten, verband houden met agressie en nijd.

Vlees bevat deze “breinbedervende” aminozuren.

Andere wetenschappers zijn precies de tegenstelde mening toegedaan. Ze zeggen dat bepaalde hersenchemicaliën worden aangemaakt uit bovenbedoelde aminozuren, en dat deze chemicaliën juist de "agressiviteit" onder controle houden. Bij ontbreken van deze aminozuren ontbreekt ook de controle over de roofdierneigingen, en gaat de dwergpoedel erop Uit, op zoek naar een maaltijd. Zodra hij die te pakken heeft gekregen en door de dierlijke eiwitten van het maal zijn aminozuren heeft aangevuld, verdwijnt de drang tot "doden" weer.

Welke theorie ook waar mag zijn, het is een feit dat een slecht dieet en lethargie verband houden met elkaar. Als een dieet bestaat uit voedsel van lage kwaliteit, moeten darmen, lever en nieren overwerk doen om de giftige afvalproducten weg te krijgen. Dat vreet energie en de dwergpoedel wordt traag, en oogt depressief. Een uitgebalanceerde voeding helpt de meeste dwergpoedels in goede conditie te blijven.

Waarom begin ik te grommen als iemand aan mijn voederbak komt?

Voerbaknijd of -agressie is een geregeld voorkomend probleem bij dwergpoedels. Het is wel een gedrag waarbij de eigenaar vaak een grotere rol speelt dan dat die persoon zich vaak realiseert.

Het grommen ontstaat vaak als reactie op iets wat de eigenaar als een “oefening” ziet. De eigenaar  zou graag willen dat het geen problemen oplevert als iemand het voer of een botje van de dwergpoedel weghaalt en gaat dit oefenen. Het resultaat is echter meestal het volkomen tegenovergestelde; een grommende dwergpoedel.

Door het voedsel elke keer weg te halen, leert de dwergpoedel juist dat dat wat hij belangrijk vindt, verdwijnt. Aangezien de dwergpoedel zijn eten graag zou willen houden, gaat hij gedrag vertonen om dat voor elkaar te krijgen. Dat kan zijn grommen, blaffen, verstijven of als de eigenaar het blijft proberen; bijten. Dit is zeker ongewenst, maar zeker geen “gestoord” gedrag.

De oplossing: leer de dwergpoedel dat hij juist iets krijgt als je bij de voerbak in de buurt komt, in plaats van dat hij zijn voer kwijtraakt. Gooi wat brokjes bij hem in de bak of in de buurt terwijl je op gepaste afstand blijft. 

Pak dus geen voer of botjes meer af, alleen als de gezondheid van je dwergpoedel in gevaar is (bv. als een botje in de keel blijft steken). Het afpakken van de voerbak heeft geen enkele opvoedkundige waarde! Je bent geen betere leider door het afpakken van de voerbak (het tegenovergestelde is misschien juist het geval) en je creëert alleen een probleem dat je juist niet wilt.

Fokkers kunnen voerbaknijd positief beïnvloeden door de pups te voeren via een puppybar met tussenschotten. Bij een gewone puppybar zonder tussenschotten of bij een gezamenlijke schaal zal een pup sneller zijn voer moeten verdedigen en zodoende wordt voerbaknijd dus met de paplepel ingegoten. 

Wat zit er in commerciële hondenbrokken?