Opvoeding

Al eeuwenlang worden dwergpoedels gekweekt en vroeger was dit als werkhond maar heden is dit als gezelschapshond.

Vroeger waren de dwergpoedels vuil en smerig door het werken in de natuur en omdat ze heden als huishond gehouden worden hebben ze zich enigszins moeten aanpassen.

De tegenwoordige dwergpoedel moet zich heden aanpassen aan de regels van het gezin waar hij vertoefd.

Veelal wordt hij als volwaardig lid van het gezin beschouwd en dit wil dus ook zeggen dat hij de regels van het gezin moet volgen.

Hij moet leren gehoorzamen en dit ook wanneer hij daar weinig zin in heeft.

Als pup zal de dwergpoedel het gezin als zijn 'roedel' beschouwen en zal hij verwachten dat iemand de leiding heeft. Jong als hij is zal hij verwachten dat de 'roedelleider' het initiatief zal nemen en hem beschermen tegen de gevaren in de wereld.

Hij verwacht dus dat zijn baas hem leert wat kan en wat beslist niet toegestaan is. Een dwergpoedel die deze sturing niet krijgt zal snel zelf bepalen wat goed of slecht is en dit kan voor heel wat problemen zorgen.

Belonen:

Dwergpoedel.be - Dwergpoedel belonen

Bij iedere goede verrichting of prestatie wordt de dwergpoedel beloond voor zijn gedrag.

Naast het belonen met snoepjes kan u ook uw dwergpoedel belonen met uw stem of door eens te stoeien met hem.

Probeer wel niet te uitbundig te belonen want anders zal u hem moeten straffen om hem terug rustig te krijgen.

Ook het belonen van goed gedrag moet direct gebeuren zodat de dwergpoedel weet waarvoor hij beloond wordt.

Een op het juiste moment gegeven beloning zal de dwergpoedel de stimulans geven om het de volgende keer zeker weer zo goed te doen.

De ervaring heeft hem namelijk geleerd dat hij daarmee zijn baasje blij maakt en dat hij dan beloond wordt.

Straffen:

Dwergpoedel.be - Dwergpoedel straffen

De eerste periode die een dwergpoedel in zijn nieuwe omgeving doorbrengt is meestal meer een tijd van afleren dan van aanleren.

Voortdurend moet zijn gedrag bijgestuurd en gecorrigeerd worden en de dwergpoedelpup moet een verband kunnen leggen met zijn 'straf' en hetgeen hij fout doet. M.a.w. : als we een dwergpoedel straffen dan moet dit gebeuren op het moment dat hij iets fout doet en niet later.

Indien hij na een berisping toch verder doet kan u hem gerust eens voorzichtig bij zijn nekvel pakken en hem zachtjes heen en weer schudden. Doe dit wel voorzichtig want tenslotte wenst niemand dat zijn pup geestelijke of lichamelijke schade krijgt.

Een dwergpoedel leert snel en het is altijd belangrijk dat men een goede vertrouwensrelatie opbouwt en daarom is het best dat men nooit straft in drift of woede.

Het opvoeden van uw dwergpoedel is dus een zaak van geduld en consequentie.

Een dwergpoedel is een gewoontedier en het is aan het baasje (en aan de rest van het gezin) om ervoor te zorgen dat de juiste gewoontes aangeleerd worden.

Verander dus niet steeds de regels want dit zal zorgen voor verwarring bij uw dwergpoedel.

Eens uw dwergpoedel weet wat hij mag en wat hij niet mag zal hij u veel liefde en respect geven.

Andere dwergpoedelvragen aangaande opvoeding:

Ik vind het vreselijk om alleen gelaten te worden, en als dat gebeurt raas ik als een gek door het huis, eet ik planten, verniel vanalles, plas ik op het bed. Waarom?

Dwergpoedels zijn bijzonder sociale dieren.

Ze zijn zeer op activiteit gesteld, niet omdat ze er noodzakelijkerwijs aan willen deelnemen; hoewel de meeste dat heel leuk vinden; maar omdat ook het gadeslaan heel stimulerend is.

Tenzij een dwergpoedel ziek is of een teruggetrokken karakter heeft, wenst hij het middelpunt van iedere actie te zijn. Als zijn mensen gasten hebben wil de dwergpoedel deze graag begroeten en onderzoeken, zich bij het gezelschap voegen voor een drankje, en hen van dienst zijn bij de barbecue. Hij wenst niet te worden uitgesloten van de pret.

Alleen gelaten worden is onnatuurlijk en vervelend. Dwergpoedels die met mensen samenwonen, leren al gauw dat zij, als zij zich vervelen, gewoon een ander lid van de mensenfamilie moeten opzoeken, en prompt worden ze gestreeld, toegesproken, uitgenodigd voor spel, gevoed, of zelfs bestraft; want ook dat is een vorm van aandacht.

En aandacht is wat een dwergpoedel het liefste wil. Zodra de hele mensenfamilie de dwergpoedel alleen laat wordt hij nerveus, opgewonden en gefrustreerd. In zijn opwinding wordt hij vernielzuchtig. Zijn destructieve activiteiten dienen niet als wraak voor het alleengelaten zijn. Hij besluit niet op het bed te gaan plassen omdat hij weet dat mensen hier ernstig aanstoot aan nemen. Hij doet dat soort dingen die hij anders nooit zou doen alleen uit ongerustheid en frustratie.

Om deze problemen te voorkomen moeten mensen hun dwergpoedels, als deze nog heel jonge puppy’s zijn, eraan wennen alleen te zijn. Mensen moeten stilletjes vertrekken, zonder ‘Tot ziens’ te zeggen of anderen aan te raken want dwergpoedels zijn heel slim in het onderscheiden van bepaalde spanningen in mensenstemmen en -gedrag. Twee of drie beknauwbare speelgoedjes dienen tot genoegen van de dwergpoedel te worden achtergelaten. Het aan laten staan van radio of televisie kan een rustgevend achtergrondgeluid bieden, en de natuurlijke nervositeit van de dwergpoedel tot een aanvaardbaar niveau reduceren.

Ik vind het prettig om mensen te domineren en hun leven zo ellendig mogelijk te maken. Hoe lang zou ik dat kunnen volhouden?

Dwergpoedels kunnen mensen net zo lang domineren als de mensen, het toelaten, en soms is dat het hele hondeleven lang.

Sommige mensen zijn emotioneel afhankelijk van hun dwergpoedels, en worden door de dieren moeiteloos ingepakt. Anderen hebben geen flauw benul van hondegedrag, en voor ze het weten zijn ze als was in de poten van hun huisdier.

Emotioneel afhankelijke mensen zijn het makkelijkst te domineren. Om hun eigen persoonlijke redenen die enorm kunnen variëren, investeren deze mensen een emotioneel vermogen in hun honden. Omgekeerd staan ze hun hondse levensgezellen toe troepleiders te worden: de dwergpoedel krijgt het soort eten dat hij wenst op het tijdstip waarop hij het wenst, de dwergpoedel bepaalt waar en bij wie hij slaapt, de dwergpoedel houdt bezoekers buitenshuis, en hij bepaalt op eigen houtje of en zo ja wanneer zijn vacht verzorgd mag worden.

Andere dwergpoedels zien kans dominant te worden en te blijven, niet vanwege de emotionele afhankelijkheid van hun mensen, maar doordat deze mensen niet begrijpen hoe subtiel het hondegedrag in elkaar steekt. De dominantie van de dwergpoedel is voorbij zodra de onwetendheid van zijn mensen omtrent het hondse gedragspatroon voorbij is. Zodra de mensen in de gaten hebben wat de dwergpoedel in feite aan het doen is, zodra ze alle hondse voorrechten intrekken, zodra ze ophouden met hem iets voor niets te geven, zodra ze hem bevelen netjes te gaan zitten alvorens hem te voeden, hem opdragen te gaan liggen om verzorgd te worden; dan nemen de mensen eindelijk het leiders-heft in eigen handen, en maken een einde aan de ongewenste dominantie van hun dwergpoedel.

Ik wil de roedelleider zijn. Hoe moet ik dat aanpakken?

Zelfs de kleinste dwergpoedel kan de roedelleider van een gezin worden omdat mensen nu eenmaal zo gemakkelijk plat te krijgen zijn. Wees dus ongehoorzaam. Mensen hebben vaak de eerste pogingen van hun dwergpoedel om roedelleider te worden niet eens in de gaten. Ze vinden het wel grappig als een puppy tegen mensen gromt. Ze besteden er weinig aandacht aan als hij voor het eerst het bevel “Hier!” in de wind slaat en rustig doorgaat met wat hij aan het doen was. Ook geven ze hem soms zelfs iets anders te eten wanneer hij het hem voorgezette versmaadt.

Roedelleiderschap kan worden verworven zonder het tonen van veel agressie. Dwergpoedels bijvoorbeeld kunnen net zo lang zaniken tot ze worden opgepakt en vaak kunnen ze ongestoord op het meubilair springen of zelfs onder de dekens van mensenbedden kruipen. Door dit soort activiteiten consequent vol te houden worden zij uiteindelijk degenen die de dienst uitmaken. Omdat ze zo klein en teer lijken wekken ze de indruk heel volgzaam te zijn, maar hun tactiek is zo succesvol dat sommige mensen hun levensgewoonten ingrijpend wijzigen, hondensitters inschakelen als ze eens een avondje weg moeten of hun jaarlijkse vakantie opgeven zodat hun dwergpoedeltje niet in een kennel hoeft.

Als groepsdier voelt elke dwergpoedel zich het lekkerst als hij precies weet wat zijn positie in de pikorde van de troep is. Hoewel geslacht, afmetingen en soort belangrijke factoren zijn, heeft in principe iedere hond de mogelijkheid roedelleider te worden. Mensen zijn vaak wel geneigd om hun leidinggevende positie te verdedigen tegen duidelijke uitdagers als de Ierse wolfshond of een gespierde dobermann-reu, maar ze verliezen hun waakzaamheid ten opzichte van minder opvallende kandidaten (zoals de dwergpoedel) voor het leiderschap.

Waarom blaf ik tot vervelends toe als vreemden het huis naderen?

Iedere verstandige dwergpoedel rekent zichzelf tot de roedel en aanziet zijn huis als het belangrijkste deel van het territorium van de roedel.

Hoewel de rol van roedelleider altijd bij de mensen hoort te liggen zijn alle leden van de roedel medeverantwoordelijk voor het waarschuwen van de anderen voor een dreigende invasie.

De beste manier om de anderen te waarschuwen is dus luid blaffen.

Duizenden jaren hebben mensen selectief honden gefokt om hun eigendommen te bewaken en daarmee van de verhoudingsgewijs stille wolf een blaffende huishond gemaakt.

Omdat een hond ongeveer viermaal zo scherp hoort als een mens is hij dus een uitstekende bewaker. En nu, na opzettelijk te hebben gefokt op het vermogen tot waarschuwend blaffen, hebben de mensen uiteindelijk besloten dat ze deze eigenschap eigenlijk niet wensen in hun honden.

Er moet dus gekeken worden waarom de hond zo veel blaft, om hem vervolgens opnieuw op te voeden.

Als dit onmogelijk blijkt dan kunnen ze een uit Frankrijk afkomstige methode toepassen waarbij de hond een speciale halsband draagt waaraan zich een houdertje met citronella bevindt. Als de hond blaft wordt een microchip in de halsband geactiveerd, waardoor een wolk van citroengeur de blaffer omhult. Dit onschadelijke aroma leidt de hond ogenblikkelijk af. In vrij korte tijd leren de meeste honden met een dergelijke halsband het blaffen af.

Waarom heb ik toch die grote aandrang om mijzelf rond te rollen over dode vissen, uitwerpselen en … ?

Veel mensen stellen het op prijs hun lichaamsgeur aan te vullen met kunstmatige geuren; dwergpoedels vinden dat ook leuk.

Dwergpoedels worden aangetrokken door bepaalde geuren, en zij hebben vaak een grote voorkeur voor de geur van ontbindend organisch materiaal zoals beschimmelde bladeren, rotte vis en mest.

Het aanbrengen van zo'n "hondenparfum" wordt gewoonlijk op rituele wijze gedaan. Als een dwergpoedel alleen maar wil spelen werpt hij zich achteloos op de rug, soms via een fraaie salto, en kronkelt heen en weer onder het trappelen met de poten. Dan komt hij weer overeind en doet gewoon weer verder.

Bij het aanbrengen van zijn parfum gaat de dwergpoedel veel nauwkeuriger te werk. Eerst besnuffelt hij de gekozen geur uitvoerig. Dan wordt met grote aandacht, net als bij mensen die een druppeltje parfum achter het ene en vervolgens achter het andere oor aanbrengen, eerst de ene en dan de andere schouder over het geurige voorwerp gewreven. In dit stadium onthoudt de dwergpoedel zich nog vaak van rollen. In plaats daarvan inhaleert hij het aroma opnieuw, is er kennelijk tevreden over en gaat er nogmaals met de schouders doorheen en dan volgt gewoonlijk een volledige rugrol.

Dit is een slimme zet voor een dier dat in het wild prooien moet besluipen en doden om zelf in leven te kunnen blijven. Wanneer hij zijn eigen geur weet te maskeren en zijn prooi benadert van de bovenwindse kant, dan zal deze zich vermoedelijk niet uit de voeten maken omdat hij denkt dat er een onschuldige dooie vis aankomt in plaats van een hongerige en gevaarlijke dwergpoedel.

Waarom graaf ik zoveel gaten in de grond en laat ik ze dan gewoon achter?

Graven is lichamelijk en geestelijk heel stimulerend.

Het aanleggen van dit soort dagbouwmijnen is een gedrag dat bij heel veel dwergpoedels voorkomt, doch nergens toe leidt.

Ze doen het vanwege een instinctieve drang die lang geleden een nuttig doel heeft gediend.

Hoewel wolven zich hoofdzakelijk voeden met grote herbivoren zoals herten, nuttigen ze daarnaast een verrassende hoeveelheid argeloos rondwandelende kleine knaagdieren, die ze met een bijna katachtige sprong overrompelen. Wanneer het knaagdier echter veilig in z?n holletje zit heeft de wolf, in tegenstelling tot de kat, niet het geduld om kalm te zitten wachten tot de maaltijd nietsvermoedend naar buiten komt; in plaats daarvan begint hij met zijn voorpoten verwoed te graven om de prooi te bemachtigen. Dit is een van de redenen waarom honden gaten graven en er verder niets mee doen.

Omdat in het wild soms een overdaad aan voedsel voorkomt en soms een grote schaarste, verbergen wolven wel het voedsel dat ze niet direct nodig hebben. Als de buik gevuld is graaft de wolf een gat en begraaft daarin delen van zijn prooi voor toekomstige consumptie. Zoals bekend doen honden dit ook met botten, maar tegenwoordig krijgen nog maar weinig dwergpoedels een echt bot om op te kauwen. De aandrang om voedsel te verbergen blijft echter bestaan, dus een hond-met-volle-maag zal geneigd zijn een gat te graven. Maar aangezien hij niets heeft om erin te stoppen laat hij de gedolven kuil gewoon achter.

Dwergpoedels graven ook wel uit verveling of om te ontsnappen, wat als puntje bij paaltje komt ook een zoeken naar zintuiglijke stimulatie is. Behalve dat het de spieren oefent, produceert graven ook een heel scala aan uit de grond opstijgende geuren, die veelal organisch zijn en de dwergpoedel bijzonder smakelijk voorkomen. Wormen, kevers, rottend materiaal, vocht en dit alles is een streling voor het nieuwsgierige reukzintuig van de dwergpoedel en zijn verwanten.

Mijn mensen vinden mij maar primitief en willen me buiten het huis sluiten omdat ze een baby krijgen. Is dat nou wel eerlijk tegenover mij?

Als er al een dwergpoedel in huis woont is het meestal volkomen onnodig en het werkt mogelijk zelfs averechts om hem naar de schuur of de garage te verwijzen zodra een baby zijn intrede doet.

Net als in alle verhoudingen wordt de reactie van een dwergpoedel op een baby bepaald door zijn hiërarchische plaats in de groep.

Dwergpoedels houden niet van veranderingen. Zij voelen zich het zekerst wanneer het leven boordevol vertrouwde routine zit. Nieuwgeboren mensenbaby’s verstoren deze routine, dus de mensen moeten ervoor zorgen dat het hele gebeuren geleidelijk plaatsvindt- zolang ze er nog de energie voor hebben!

Als een dwergpoedel eerst als een plaatsvervangend kind behandeld is, steeds veel aandacht en affectie heeft gekregen, er veel met hem is gespeeld en gepraat, en er frequent geaai en geknuffel heeft plaatsgevonden, moeten al deze verwennerijen heel geleidelijk worden verminderd. In plaats van de dwergpoedel te laten uitmaken wanneer het tijd is voor voedsel, lichaamsoefening of aanhankelijkheidsbetuigingen, moeten de mensen hiervoor de tijden vaststellen. Als de dwergpoedel moet leren op een andere plaats te slapen is nu het geschikte moment om hem daaraan te laten wennen. Dit alles draagt ertoe bij het superioriteitsgevoel van de dwergpoedel te verminderen.

Als de baby er eenmaal is, kan men de dwergpoedel ‘belonen’ door hem alle nieuwe luchtjes te laten ruiken. Op dit punt moeten geen andere routines worden veranderd. Zolang de dwergpoedel de aandacht blijft ontvangen die hij verdient, ondervindt hij hooguit een licht gevoel van rivaliteit. Na enige maanden, als hij ontdekt dat mensenbaby’s niet zo netjes zijn met hun voedsel als hondenpuppy’s en dat zij het niet alleen laten vallen maar het zelfs opzettelijk op de vloer gooien, zal de dwergpoedel de nieuwe huisgenoot zelfs hartelijk gaan waarderen.

Waarom snuffel ik aan bomen, uitwerpselen van andere honden en tussen de benen van mensen?

Het ‘lezen’ van geuren is hetzelfde als het lezen van kranten, alleen beter. Geuren geven het nieuws van de dag door.

Door de afscheidingsproducten van een ander hondenlichaam te besnuffelen, kan een dwergpoedel het geslacht bepalen van de hond die het product achterliet, hoe lang geleden de betrokkene aanwezig was, als hij een reu is hoe ‘stoer’ hij is, en als het een teefje betreft of zij op het punt staat loops te worden of het al is.

Een geoefende snuffelaar kan zelfs de gemoedstoestand van de geurproducent aardig inschatten.

Nadat een dwergpoedel zijn darmen heeft geleegd voorziet hij het product van twee druppels uit zijn anaalklieren, geurklieren ter weerszijden van de anus.

De afscheiding van deze klieren bevat tientallen verschillend geurende chemicaliën, die waarschijnlijk alle een specifieke boodschap overbrengen aan de snuffelaar.

De zuivere urine van een dwergpoedel heeft weinig geur, maar hormonen geven er duidelijke aroma’s aan en verschaffen een schat aan informatie over de seksuele en emotionele toestand van de plasser.

Deze geuren worden niet in de neus waargenomen, maar in een speciaal orgaan dat mensen niet hebben: het vomeronasaal orgaan.

Ze onderzoeken nieuwe mensen door de geuren van hun kruis met dit orgaan te ruiken. Merkwaardig genoeg besnuffelen dwergpoedels (en andere honden) alleen de kruizen van onbekende mensen; bij mensen die ze kennen worden de armen en benen besnuffeld, waarvan elk zijn eigen geurinformatie overbrengt.

Mensen kunnen moeilijk begrijpen hoe geweldig goed dwergpoedels kunnen communiceren met behulp van geuren, domweg omdat de arme mens zelf erg primitief is uitgerust op dit gebied.

Waarom ben ik gek op mijn bazinnetje maar heb ik een bloedhekel aan haar man?

Er is vooreerst een goede kans dat zij lekkerder ruikt dan hij.

Dwergpoedels kunnen echter ook jaloers zijn, en dan willen zij datgene beschermen waarvan zij denken dat het van hen is.

In iedere relatie tussen dwergpoedels en mensen wordt een specifiek mens de opperste troepleider. Wie dit is varieert van gezin tot gezin. In sommige gezinnen verheft de dwergpoedel degene die haar voedt en met haar wandelt tot leider, dit is niet zelden een vrouw.

In andere gevallen verkiest de dwergpoedel de persoon met de diepste, strengste stem tot opperhoofd, en dat is meestal een man. Dwergpoedels die een man als leider kiezen hebben vaak zelf iets dominants in zich.

Seks en jaloezie zijn belangrijker factoren aangaande het prefereren van vrouwen boven mannen. Dwergpoedels die in een vrouwelijke omgeving worden grootgebracht raken gewend aan vrouwenstemmen en vrouwengeuren. Ze voelen zich prettig en zeker in gezelschap van vrouwen omdat hun gedrag, uiterlijk, bewegingen, geuren en geluiden allemaal bekend en vertrouwd zijn. Als de dwergpoedel een reu is, krijgt hij ook bezittersneigingen met betrekking tot “zijn” vrouw, en hij zal zich bedreigd voelen als hij mannen ruikt.

Dwergpoedeljaloezie is bepaald niet zeldzaam. Sommige dwergpoedels gaan zelfs zo ver dat zij een echtgenoot verhinderen bij de vrouw van zijn hart in bed te stappen. “Ze is van mij!” geeft zo’n hond te kennen als hij z’n tanden in het harige mannenbeen zet. Deze vorm van hondse haat kan worden verminderd door de man enkele plezierige verantwoordelijkheden te laten overnemen, zoals het voeden van en spelen met de dwergpoedel.

Ik ben een dwergpoedel op leeftijd en mijn baasjes hebben een pup bij mij geplaatst als gezelschap. Is dit ok?

In de meeste gevallen doet een nieuwe pup wonderen voor de oudere hond; en voor diens mensenfamilie!

Alle dwergpoedels, zelfs zij die ervan overtuigd zijn tot het menselijk ras te behoren en die andere honden als vreemde wezens uit de ruimte beschouwen, stellen als puntje bij paaltje komt honds gezelschap op hoge prijs.

Met uitzondering van dwergpoedels die seniele gedragsveranderingen vertonen of die aan chronische pijnlijke ouderdomskwalen lijden, zijn zelfs dwergpoedels die nooit eerder in het gezelschap van soortgenoten hebben geleefd na enkele dagen of weken hun mensen dankbaar voor het aan de groep toevoegen van iets dat ze volledig herkennen en begrijpen.

In eerste instantie vindt een oudere dwergpoedel het niet prettig om besprongen, gelikt, besabbeld, besnuffeld, geduwd en gekauwd te worden door een pup. Hij zal happen naar de jongeling, die al snel in de gaten krijgt dat ouderdom respect verdient.

Anderzijds ruiken puppy’s heel lekker, ze spreken veel beter ‘honds’ dan mensen ooit zullen leren, en ze fungeren als bron van de jeugd door lang vergeten competitiedrang en speelsheid te stimuleren in de oude sukkel.

De levensverwachting van de gepensioneerde dwergpoedel is gering, maar zijn dood is wat makkelijker te verteren voor zijn mensen als zich in huis nog een andere dwergpoedel bevindt die de leegte enigszins opvult.

Er is echter een kritisch omslagpunt in het hondse ouder worden, waarna het onverstandig is een nieuwe pup in huis te brengen. Als een oude dwergpoedel, lichamelijk of geestelijk, ongeneeslijk gehandicapt is, is het verstandiger om te wachten tot na zijn definitieve afscheid alvorens het huis te puppificeren.

Ik krijg goede voeding en verzorging, maar desondanks vind ik het vreselijk als iemand in de buurt van mijn voedsel of mijn speelgoed komt. Kan het tot problemen leiden?

Het is geen obsessie.

Het is waakgedrag, een vorm van jaloezie. Sommige dwergpoedels bewaken hun voedsel, andere hun speelgoed, en weer andere hun mensen. En het kan allemaal leiden tot ernstige problemen.

Het aanpakken van een eenmaal bestaand probleem houdt in dat mensen hun autoriteit moeten uitoefenen door het benadrukken van de eigen dominantie, in het bijzonder als de dwergpoedel nog jong is. Alle menselijke leden van de groep moeten deelnemen aan het geven van bevelen als ‘Zit!’ en ‘Blijf!’. Door het zelfvertrouwen van de dwergpoedel te verminderen bevestigen mensen hun eigen dominantie over hem, en zal hij minder autoritair worden waar het zijn spulletjes betreft.

Waarom loop ik met iedereen mee en zou ik zelf bij vreemde mensen slapen?

Sommige dwergpoedels zijn zo volledig vrij van angst voor mensen dat ze bereid zijn ieder mens te knuffelen.

Wat hen betreft zijn alle mensen gulle, goedhartige, warme, zorgzame deuropeners, ballengooiers en troosters die bovendien snappen hoe een blikopener werkt.

Zij zijn verstrekkers van lekkere hapjes, ze aaien en kriebelen, en hebben een geruststellende persoonlijkheid. Ze doen geen enkel kwaad, en allen zijn potentiële leiders.

Baaspoedels slapen niet met Jan en alleman. Hoe hoger een dwergpoedel zichzelf op de sociale lader vindt staan, hoe minder groot de kans dat hij in bed duikt met een vreemdeling; of zelfs met zijn eigen mensen.

Iedere dwergpoedel die denkt dat mensen machtig zijn, en dat hoeft echt niet de laagste hond op de ranglijst te zijn, is redelijk snel geneigd een vreemde in zijn groep te accepteren en hem vriendelijk toe te kwispelen.

Als vuistregel geldt dat vrouwtjes sneller met mensen slapen dan mannetjes. Hoewel het slechts een lichte tendens is zijn ze eerder geneigd lichamelijk contact te zoeken en te waarderen met andere leden van de groep, hetgeen betekent dat ze eerder op de rug zullen rollen om te worden gekriebeld, eerder hun eigenaar zullen bepotelen ter verwerving van aandacht en eerder op een mensenbed zullen springen als ze de kans krijgen. Dit is volkomen natuurlijk voor het geslacht dat een voedende taak heeft en waardering opbrengt voor het fysieke contact met een nest puppy’s.