Training

Zitten

Om een dwergpoedel te laten zitten kan je hem best met steeds dezelfde term het bevel geven. De meeste mensen gebruiken ‘zit’.

Als u dit de eerste keer tegen uw dwergpoedel zegt zal hij u niet begrijpend aankijken en zich afvragen wat u nu weer wenst van hem.

Als u hem echter gelijk met het bevel ‘zit’ onder zijn hoofd vasthoudt en met uw andere hand op zijn achterwerk drukt, zodat hij gedwongen wordt te gaan zitten, zal hij na enige tijd uw bevel en de beweging van het zitten gaan combineren.

Tevens zal uw dwergpoedel merken dat als hij na het bevel ‘zit’ direct gaat zitten, het hinderlijke geduw op zijn rug achterwege blijft en dat hij bovendien nog beloond wordt ook.

Oefen het zitten geregeld en best in verschillende situaties.

Liggen

Het liggen van uw dwergpoedel leert men best vanuit de ‘zit’-positie.

Als u ‘lig’ zegt drukt u tegelijkertijd bij uw zittende dwergpoedel op zijn rug (ter hoogte van de schouders) en haalt u met uw andere hand zijn voorpoten naar voren. Zodoende wordt uw dwergpoedel gedwongen te liggen. Beloon hem echter niet te uitbundig want anders zou hij direct terug kunnen opspringen van blijdschap.

Herhaal ook deze oefening op regelmatige basis.

Eens hij het liggen goed onder de knie heeft kan je eventueel het ‘blijven’ aanleren zodat de dwergpoedel zo lang op zijn plaats blijft als u wilt.

Gebruik daarvoor ‘blijf’ en uw dwergpoedel mag dan pas in beweging komen als u hem daarvoor het bevel of teken hebt gegeven.

Komen op bevel

Voor uw dwergpoedel kan het van levensbelang zijn dat hij in bepaalde situaties direct naar u komt. Voor de veiligheid van u en uw dwergpoedel is het noodzakelijk dat hij dit bevel goed kent en beseft dat hij bij dit bevel niet ongehoorzaam mag zijn.

Op straat kan deze ongehoorzaamheid namelijk gevaarlijk zijn en kan hij zichzelf of andere weggebruikers leed bezorgen.

Het komen op bevel kan u uw dwergpoedel al vrij jong aanleren door eerst zijn naam gevolgd door ‘hier’ te roepen. Zodra hij dan ook maar een stapje in uw richting zet moet u hem aanmoedigen en zodra hij bij u is kan u hem uitbundig belonen.

Door dit op regelmatig basis en in verschillende omstandigheden te doen zal hij wennen aan dit bevel en beseffen dat hij dan een beloning zal krijgen.

Lopen aan de riem

Wen uw dwergpoedel zo snel mogelijk aan het dragen van een halsbandje. In het begin zal hij dit niet zo leuk vinden en proberen het af te krabben, maar geleidelijk zal hij wel aan zijn bandje wennen.

Eens hij het bandje gewend is (soms start men met eerst een half uurtje wat dan uitgebreid wordt) kan je er een leiband aan hangen.

Laat de leiband eerst gewoon slepen op de grond waarbij men er wel moet op letten dat hij nergens blijft hangen.

Pak de leiband dan een keer op en probeer of uw dwergpoedel een eindje met u mee wil lopen. Beloon hem als hij dit doet maar straf hem wel niet als hij zich schrap zet en dus wat tegenwerkt.

Blijf rustig en praat met hem om hem zodoende te lokken i.p.v. te roepen en te sleuren.

Bouw de afstand dat u met hem gaat wandelen telkens wat op en laat met beloningen zien dat u tevreden bent met zijn vorderingen.

Praktisch gezien leert men de dwergpoedel best links lopen. Dit is ideaal op tentoonstellingen maar ook wanneer men op de rijweg moet lopen. Op de rijweg loopt men namelijk best links (tegen het verkeer) en zodoende loopt uw dwergpoedel dan nooit langs de straatkant.

Ook kan u uw hond corrigeren met een kort rukje aan de leiband als hij te ver vooruit of achter loopt.

Andere dwergpoedelvragen aangaande training:

Welke vroege training hebben mijn pups nodig zodat ze zullen opgroeien tot allround dwergpoedels?

Vanaf zo jong mogelijke leeftijd dienen alle zintuigen van de dwergpoedelpups geregeld te worden gestimuleerd.

Ze moeten in contact komen met verschillende diersoorten en met mensen van alle formaten. Ze moeten zowel per auto leren reizen als leren wandelen tussen groepen mensen.

Zo nu en dan moeten ze een paar uur alleen worden gelaten, maar ze moeten ook worden uitgenodigd op mensenpartijtjes. Hoe meer ervaringen ze opdoen tussen hun geboorte en ongeveer hun twaalfde week, hoe beter hun hersenen zich zullen ontwikkelen en hoe groter het aantal verbindingen tussen de hersencellen zal zijn.

Puppy’s kunnen hun moeder niet uitkiezen, en juist hun moeder brengt een heel scala gedragspatronen over op haar pups. Onzekere moeders zullen met meer waarschijnlijkheid jankende puppy’s produceren, terwijl strenge moeders hun nageslacht daarentegen tot meer introverte karakters zullen opvoeden.

Het grootste verschil tussen vroege hondenjeugd en vroege mensenjeugd is dat pups bij hun moeder worden weggehaald en opgevoed door een geheel andere soort. Dit heeft het nadeel dat het natuurlijke leerproces erdoor wordt verstoord; het voordeel is dat mensen puppy’s veel meer kunnen leren dan hun eigen moeder. Vroege stimulatie van de zintuigen betekent dat de dwergpoedel op latere leeftijd minder makkelijk zal schrikken van nieuwe of ongebruikelijke dingen. Om deze reden zijn in de stad grootgebrachte dwergpoedels meestal minder bang voor vreemden of vreemde situaties dan die welke op het platteland zijn opgegroeid. De allround dwergpoedel moet zijn levenslessen leren; onder supervisie van zijn mensen; zodra hij er maar aan toe is.

Waarom laten mijn mensen mij geen lichaamsbeweging nemen? Ze zeggen dat ik niet van mijn lijn af mag voordat ik volwassen ben.

Mensen maken zich vaak overbodig zorgen dat een pup zichzelf schade zal berokkenen als hij op jonge leeftijd te veel lichaamsbeweging krijgt.

Zolang deze activiteiten niet extreem zijn, is er geen reden waarom hij niet van de lijn mag om zich over te geven aan typisch puppy-achtige baldadigheid.

Wolvenjongen doen dit ook, en ondervinden er geen nadeel van.

Hoeveel dagelijkse lichaamsbeweging moet ik hebben?

De hoeveelheid benodigde lichaamsoefening voor een dwergpoedel hangt onder meer af van leeftijd en jeugdervaringen.

Zodra een dwergpoedel eenmaal heeft geleerd om op bevel te komen of te blijven zitten, kan hij in staat worden gesteld zijn dagelijkse lichaamsbeweging te nemen zonder aan de lijn te hoeven.

Dwergpoedels zijn toegewijde en nauwlettende waarnemers van de natuur. Als hij de kans krijgt geeft vrijwel iedere dwergpoedel er de voorkeur aan zijn dagen buiten door te brengen en ze te vullen met het luisteren naar vogels, het in de gaten houden van langskruipende torren en het snuffelen aan ieder geurtje dat op de bries aandrijft.

Net als sommige mensen gedragen sommige dwergpoedels zich alsof ze enige afstand nemen van de rauwe werkelijkheden des werelds, alsof zijzelf van een hogere en meer beschaafde rangorde zijn.

Andere dwergpoedels zijn meer ordinair in hun wensen: hebben zij de keus tussen geurig gras of een warme sofa om de uren des levens op door te brengen, dan prefereren zij de sofa. Deze "huismussen" hebben niet minder lichaamsoefening nodig dan hun grasminnende verwanten: beide groepen dienen elke dag hun hele lichaam te bewegen, bij voorkeur in de vorm van hollen.

In het ideale geval bezoeken dwergpoedels steeds andere plaatsen voor hun lichaamsoefeningen, omdat een nieuwe omgeving stimulerend werkt. Nieuwe aanblikken, geluiden en geuren zijn opwindend. Mensen moeten echter wel voorzichtig zijn bij het van de lijn laten van hun dwergpoedel in zo’n vreemde omgeving.

Hoe kan ik mij het beste verzetten tegen de discipline bij trainingen?

Zowel beloning als discipline worden gebruikt bij het trainen van dwergpoedels.

Voedsel en fysiek contact zijn de belangrijkste beloningen, terwijl sociale isolatie en boze woorden geschikte straffen zijn. Een enkele keer, maar dat is heel zeldzaam, wordt lijfstraf toegepast In vrijwel alle gevallen is het in het belang van de dwergpoedel zelf om toe te laten dat hij getraind wordt, doodeenvoudig omdat goedgetrainde dwergpoedels een veiliger en zekerder leven leiden. Voedsel is een stimulerende beloning – zo krachtig dat sommige dwergpoedels zo hun best doen om het te krijgen, dat ze gewoon vergeten dat ze worden getraind! In zulke gevallen moet aanraking worden gebruikt als beloning. Verschillende aanrakingen hebben verschillende betekenissen.

Een simpel klopje of aaitje is voldoende om een dwergpoedel te belonen voor goed werk. Prijzende woorden zijn ook geschikt, maar maken minder indruk dan voedsel of aanraking. Het positieve gebruik van beloningen is een veel betere manier om dwergpoedels te trainen dan het gebruikmaken van bestraffende discipline.

Wanneer dwergpoedels echter gedragsstoornissen vertonen kan discipline noodzakelijk zijn.

Voor minder ernstige vergrijpen zijn boze woorden, het laten schrikken van onverwachte geluiden, of lijfelijke isolatie voor maximaal twee minuten zeer effectieve en vaak bijzonder werkzame methoden om de training kracht bij te zetten.

Kan speelgoed inderdaad een intellectuele stimulans vormen?

Goede speeltjes verstrekken zowel mentale als fysieke stimulans, en de beste speelgoederen zijn die welke de werkelijkheid nabootsen.

Ballen, frisbees en die excentrische voorwerpen die alle kanten uitstuiteren, de zogenaamde ‘kongs’, zijn prachtige ‘prooi-speelgoederen’. Net zoals dwergpoedels een potentiële maaltijd achterna gaan, volgen zij deze voorwerpen zodra die trachten te ontsnappen. De meest realistische ontsnappers zijn kongs. Door hun wonderlijke vorm stuiteren ze volkomen onverwacht alle kanten op, net als een konijn doet bij het vluchten. Dit verschaft de dwergpoedel een levensechte oefening, want in plaats van simpelweg in een rechte lijn te hollen moet hij oplettend iedere beweging volgen.

Speeltjes die piepen zijn geschikt om dood te maken. De dwergpoedel bespringt meestal zo'n stuk speelgoed en geeft het een korte, felle knauw; precies zoals hij bij een muis zou doen.

Hard speelgoed, zoals nylon ringen en zadelleer, zijn om op te kauwen, hetgeen tanden en tandvlees in conditie houdt. De voorste snijtanden schrapen, de grote hoektanden houden vast en de kiezen aan de zijkant malen. Slechts weinig dwergpoedels krijgen de kans om deze natuurlijke dingen te doen met hun voedsel, omdat dit meestal uit een pak of blikje komt. Een bijkomend voordeel van dit soort speelgoed is dat het lichamelijke vaardigheid bijbrengt. Dwergpoedels worden zo handig met hun voorpoten dat mensen soms zouden zweren dat ze duimen en vingers hadden.

Tenslotte zijn er dan de touwtrekachtige spelen. Mensen vinden dat ontzettend leuk, niet beseffend dat de dwergpoedel dit spelletje niet speelt vanwege de intellectuele stimulans maar om te winnen, en zo zijn superioriteit ten opzichte van zijn menselijke tegenspeler te tonen. Alle speelgoederen zijn eigendom van de mens, en vooral dingen waaraan getrokken wordt moeten aan het eind van het spel absoluut in handen van de eigenaar belanden.

Ik ben gek op touwtrekken, maar mijn mensen willen het niet meer met me doen omdat ik boos word als ik verlies. Zijn er andere leuke spelletjes die ik met hen kan spelen?

Touwtrekken is geen geschikt spel om te spelen met een dominante dwergpoedel die altijd wil winnen, want iedere keer dat zij/hij wint betekent een nieuwe kerf in de kolf van zijn of haar revolver en ze/hij stijgt een stapje in de pikorde van de groep.

Dit soort activiteiten is wel geschikt voor een minder dominante dwergpoedel, maar alleen als de mensen altijd winnen.

De beste spelen zijn die waarin de mens alles goed in de hand heeft. Eenvoudig en functioneel is verstoppertje spelen. Dit kan zowel binnen als buiten plaatsvinden. Een voorwerp of een persoon wordt verstopt en de dwergpoedel dient vervolgens te gaan zoeken. Betreft het een voorwerp met een duidelijke geur, zoals een rubber speeltje, dan kan men ervan op aan dat de hondeneus het vindt, maar desondanks moeten mensen aanmoedigend beginnen te roepen zodra de dwergpoedel in de buurt komt.

Het verstoppen van mensen is moeilijk maar ook heel leuk, want het stimuleert het hondebrein om uit te pluizen waar de slimmerik zich verstoken zou kunnen hebben. Dit is een uitstekende mentale oefening voor het dier, die terzelfder tijd haar positie als lid van de groep bevestigt.

Hoe kan ik mijn baasje aanleren om “apporteren” te spelen met mij?

Mensen vinden het heel leuk om dat met dwergpoedels te doen, dus zal het niet veel moeite kosten om hen in die richting op te voeden.

Er is bij beide partijen wel een zekere natuurlijke neiging of aanleg voor vereist.

Mensen en dwergpoedels die er graag hun gemak van nemen zijn in dit spel niet geïnteresseerd, evenmin als door geuren geobsedeerde dwergpoedels; daarom is het moeilijker om een snuffel-grage dwergpoedel te leren apporteren dan een kwispelende dwergpoedel.

De benodigdheden voor dit spel dienen makkelijk geworpen te kunnen worden, en ze moeten natuurlijk goed en veilig in een hondebek passen. Ballen zijn ideaal, behalve golfballen want deze zijn te hard en als ze in de vlucht gevangen worden kunnen ze de tanden van de hond breken. Kongs zijn uitstekend omdat ze zo grillig stuiteren. Frisbees mogen alleen worden gebruikt bij dwergpoedels met een gering gewicht; zwaargebouwde of te dikke dwergpoedels kunnen spieren of gewrichtsbanden beschadigen bij het hoog opspringen om een voorbij zeilende frisbee te vangen.

De verstandige dwergpoedel legt het geapporteerde voorwerp aan de voeten van zijn mens neer en verzoekt vriendelijk doch dringend of deze het opnieuw wil wegwerpen.

Als de dwergpoedel een toegewijde kauwer is, moet hij aan een lange lijn en het object wordt dan slechts een klein eindje weggeworpen. Als dan de dwergpoedel het niet terugbrengt maar er in plaats daarvan op gaat zitten kauwen, kan hij aan de lijn worden ingehaald en vervolgens met een hapje of een aai worden beloond wanneer hij het voorwerp afstaat.

De meeste dwergpoedels hebben heel snel in de gaten dat het veel leuker is om te vangen en terug te brengen dan te vangen en te kauwen. Prijzende woorden zijn dan genoeg, en de opvoeding van beide partijen is voltooid.